SHOT zal een drietal werken uitvoeren te beginnen bij Chaconne in E minor van Dieterich Buxtehude. Buxtehude was een Deens-Duitse componist en organist. Over zijn jeugd is vrijwel niets bekend. Hij is geboren in de Dertigjarige Oorlog ergens tussen 1637 en 1639. Naar waar hij geboren is kan alleen gegist worden. In zijn latere leven maakte hij grote naam als componist en organist en zijn stijl van componeren heeft componisten in de latere Barok zoals Johann Sebastian Bach en Heinrich Schütz sterk beïnvloed.
Buxtehude heeft Chaconne in E minor oorspronkelijk gecomponeerd voor orgel. Het is later gearrangeerd voor harmonieorkest door Mari van Gils. Aan het stuk is nog wel duidelijk te horen dat het oorspronkelijk voor orgel is geschreven.

Als tweede werk zal SHOT Fantasy Variations van James Barnes ten gehore brengen. Barnes is professor voor orkestratie en compositie aan de Universiteit van Kansas, waar hij in 1974 ook zijn studie Bachelor of Music en in 1975 zijn studie Master of Music voltooide. Verder studeerde hij privé orkestdirectie bij Zuohuang Chen in Japan.
James Barnes heeft zich voor dit grote werk voor harmonieorkest laten inspireren door een zeer bekend oud thema van Niccolò Paganini. Deze vroeg 19e eeuwse Italiaanse violist en componist heeft met zijn Caprice No. 24 in A minor als inspiratiebron gediend voor vele latere componisten. Barnes heeft voor harmonieorkest 20 variaties op het thema in Caprice No. 24 geschreven. In deze variaties brengen de verschillende instrumentgroepen van het orkest op solistische wijze het bekende thema ten gehore.

Tenslotte voert SHOT Armenian Dances van Alfred Reed uit. Alfred Reed was een van de bekendste Amerikaanse componisten voor harmoniemuziek. Hij schreef in zijn leven meer dan 200 werken voor harmonieorkest.
Armenian Dances is een 4-delige suite, waarvan het eerste deel uit 1972 verreweg het bekendst is. Dit is dan ook het deel dat SHOT zal gaan spelen. Het eerste deel van de suite bestaat zelf weer uit 5 delen, allemaal gebaseerd op verschillende volksliederen uit de collectie van de Armeen Komitas Vardapet, die meer dan 4000 Armeense volksliederen verzamelde. Reed heeft in Armenian Dances veel vastgelegd van de stijlen, tempo’s en de diversiteit van de Armeense volksliederen en dansen. Van snelle lichtvoetige dansen tot langzame zangerige stukken, alles zit in dit stuk verwerkt.

D.S.M.G. Krashna Musika zal twee stukken ten gehore brengen; L’Apprenti Sorcier van componist Paul Dukas en Frühlingsbegräbnis van Alexander von Zemlinsky. Het eerste uitgevoerde stuk is wereldberoemd en zal door het orkest van Krashna Musika onder leiding van Daan Admiraal ten gehore worden gebracht. Het verhaal van de tovenaarsleerling van Goethe is er eentje van De Onbedachtzaamheid. De tovenaarsleerling is alleen thuis en besluit in bad te gaan. Om water te halen gebruikt hij een bezem, die hij met een pas geleerde spreuk leert water te halen. Hij vergeet echter hoe hij de bezem kan laten stoppen, en laat het flink uit de hand lopen voordat de tovenaar weer thuiskomt. Paul Dukas heeft in een humoristisch toondicht het verhaal zeer beeldend gecomponeerd.

De Frühlingsbegräbnis van Alexander von Zemlinsky ruikt naar Brahms en zal worden uitgevoerd door zowel het koor en orkest van Krashna Musika. Het is in eerste instantie natuurlijk vanwege de dedicatie (“ter nagedachtenis aan Johannes Brahms”), maar ook vanwege de duistere muzikale sfeer en de quotes die Zemlinsky gebruikt, om de tekst van Paul Heyse over de begrafenis van de Lente weer te geven. De dieren en geesten van het bos bezingen in een begrafenisplechtigheid dat ze de Lente zullen missen, terwijl de eerste zomerzonnestralen over het bos vallen. De sopraan- en baritonsolist zullen professionals zijn.

Harmonieorkest Auletes van Quadrivium brengt tijdens het concert “Ouverture Russisch Paasfeest” van Nikolai Rimski-Korsakov ten gehore. In deze ouverture heeft Rimski-Korsakov het legendarische en heidense aspect van de vakantie gecomponeerd, en de overgang van de plechtigheid en het mysterie van de avond van Stille zaterdag tot de onbeperkte heidensreligieuze vieringen van de ochtend van Pasen.

Tevens zal het orkest de Scythische suite (1915) van Prokoviev uitvoeren, gearrangeerd door Luis Sanjaime Mesquer. De suite bestaat uit vier “movements”. Tijdens de eerste beweging “Invocation to Veles and Ala” beschrijven barbaarse en kleurrijke muziek de aanroeping van de zon. De tweede beweging is ook welbekend als de kwade God en de dans van de boze geesten. Tijdens de derde beweging “Night” doet de kwade God Ala pijn. Tijdens de vierde en laatste beweging komt de held Lolli Ala redden, de zonnegod assisteert hem bij het verslaan van de kwade God. De suite eindigt met een muzikaal beeld van de zonsopgang.